woensdag 4 juni 2008

Individualisatie


Over mijn eigen opvatting over individualisering heb ik al een kort blog geschreven. In de aanloop naar de beginselverklaring dit maal een meer uitgebreide stellingnamen als gastbijdrage van Peter Lamberts (foto). Hij is voorzitter van de werkgroep "Het sociale gezicht van de VVD", waar ook meer over de nieuwe beginselverklaring wordt geschreven.

Liberalisme onderscheidt zich – meer dan op welk punt dan ook – vanwege het feit dat mensen het recht hebben om zich afwijkend op te stellen van anderen. Het zoeken van de eigen kwaliteiten en het ontplooien van eigen initiatieven is een belangrijk fundament onder een krachtige samenleving.

Regelmatig is het begrip ook onderhevig aan kritiek en dat komt niet in de laatste plaats, omdat een onjuiste benadering van individualisme sterke gelijkenissen gaat vertonen met egoïsme. Egoïsme heeft niets van doen met liberalisme, maar het verschil blijft hangen in de begrenzing door aantasting van andermans vrijheid of “welbegrepen eigenbelang”. Dit geeft echter geen verdieping van het begrip “individualisering”.

Wat ik mis in de hele discussie is dat individualisering meer is (c.q. moet zijn) dan strijden voor je eigen belangen. Als een liberaal de vrije ontwikkeling van individuen zo belangrijk vindt dan vindt hij het niet alleen belangrijk om zich in te zetten voor de eigen ontwikkeling, maar ook om zich in te zetten voor de ontwikkelingsmogelijkheden van een ander. Dit uit zich in een aantal onderwerpen.

1.Verantwoord omgaan met je vrijheid betekent dat je oog hebt voor de situatie waarin je de vrijheid van een ander beperkt (ongewenste intimiteiten, roken moet mogen, geluidsoverlast e.d.). Dit is een bekend terrein

2.Inspanningen om de vrije ontwikkeling van een ander mogelijk te maken zitten al in de nachtwakerstaat. Defensie en rechterlijke macht voorkomen repressie waardoor iemand in zijn schulp kruipt. Onderwijs en gezondheidszorg zijn mogelijkheden om actief te zorgen dat achterstanden (gelijke kans op kennis of gelijke kans op een gezond lichaam). Dit is echter én zeer defensief én een rol voor de overheid waar de burger feitelijk alleen door belastingen aan bijdraagt.

3.Wat ik mis is dat ik als liberale burger ook besef, dat ik een verantwoordelijkheid draag om er voor te zorgen dat anderen zich vrij kunnen ontwikkelen. En ik vind het ook terecht om daar op te worden aangesproken. Of het nu gaat om inspanningen in de sfeer van ontwikkelings-samenwerking, vrijwilligerswerk, mantelzorg, mensenrechten en zo veel meer zijn dit inspanningen waar je als burger niet direct zelf voordeel aan hebt, maar waarmee je wel mogelijk maakt dat anderen zich vrij kunnen ontwikkelen. Hierbij geldt ook dat je als burger bij andere burgers of de politiek kunt aandringen op een moreel appel om hierbij aan te haken.

Uitgangspunt is dat liberalen voor gelijkwaardigheid zijn. Als je de kansen niet pakt dan is het je eigen verantwoordelijkheid, maar als je geen kansen krijgt ligt het anders. Simpel ligt dit bij de interventie in Irak of Afghanistan; zonder onze inspanningen krijgen deze mensen geen eerlijke kans om zich te ontwikkelen. Ook duidelijk ligt het in de ‘derde wereld’ als mensen dankzij een microkrediet een eerlijke kans krijgen én zelf hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Dus geen geld geven waar geen verantwoording aan vast zit.

Hoe ligt het echter voor kinderen, die in een Vogelaar-wijk opgroeien? Tussen de werkeloosheid, demotivatie, criminaliteit, diverse sociale problemen (drugs, drank, prostitutie) en veel meer. Deze kinderen hebben geen gelijkwaardige uitgangspositie ten opzichte van ‘normale’ kinderen in Nederland. Als liberaal vind ik het rechtvaardig om deze mensen een handreiking te doen. In feite is ook de Wet Werk en Bijstand hiervan een geweldig voorbeeld; een uitgestoken hand in combinatie met een beroep op de verantwoordelijkheid van de betrokken burger.

Geen opmerkingen: